Multiple Sclerose Centrum
Noord Nederland

Terug naar overzicht

Alweer de vijfde column van Nieske Brouwer en deze keer een persoonlijke over haar 40-jarig jubileum.

Meubilair

Woensdag 1 augustus 1979 begon mijn werkzame leven. Ik was de week daarvoor vanuit Grou naar Groningen verhuisd en die dag begon ik aan de RUG als 20-jarige HBO-analiste op het lab Orale Biologie van de faculteit Tandheelkunde. Een snelle rekenaar heeft direct door dat bovengenoemd feit dit jaar op 1 augustus precies 40 jaar geleden is en dat ik dus dit jaar mijn 40-jarig jubileum heb gehaald. Halverwege juli werd het al aangekondigd in een brief namens de Raad van Bestuur en donderdag 1 augustus was het zover: gebak, bloemen, een ontroerende toespraak en een mooi beeldje van het UMCG. Gelukkig niet dat hopeloos ouderwetse gouden horloge of die suffige pen met inscriptie. Er schijnt ook nog een extra maandsalaris aan te komen en daar heb ik dan geluk mee gehad, want dat zou binnenkort wel eens uit de CAO kunnen worden geschrapt. Net als die “oudelullendagen”, die een aantal jaren geleden afgeschaft zijn en waar ik als zestigjarige nu af en toe best behoefte aan zou hebben.
Dat was de meer zakelijke kant van het verhaal en dan nu mijn persoonlijke verhaal.
Veertig jaar en bijna alle dagen met plezier naar mijn werk, sommige collega’s zijn mijn beste vrienden waarmee ik lief en leed heb gedeeld in de afgelopen 40 jaar. Afwisselend en uitdagend werk, nog altijd leer ik nieuwe technieken en ik word omringd door jonge en leergierige studenten.
Natuurlijk, in de afgelopen 40 jaar zat er wel eens iemand tussen waarmee je ‘geen klik’ had, maar die vertrekt dan weer na een bepaalde tijd (en ik dus niet), dus daar valt prima mee te leven. “Maar is het dan niet saai, 40 jaar bij dezelfde baas?”, vroegen mijn kinderen en een aantal jonge collega’s, “zo vastgeroest”.  Hoezo dezelfde baas? In die afgelopen 40 jaar heb ik een flink aantal reorganisaties meegemaakt, zeg maar overleefd, die ik als alles behalve saai zou willen omschrijven.  Meestal gingen zij gepaard met een verhuizing, waarna ik in een nieuwe omgeving, vaak met nieuwe collega’s, een frisse start kon maken, als in een nieuwe baan. Hoezo vastgeroest?

Zeker in de huidige tijd van flexwerkers en zzp-ers, wordt al snel geopperd dat je bij een dienstverband van 10 jaar of langer “tot het meubilair bent gaat behoren”. Als je weet dat door bezuinigingen ons meubilair nauwelijks vernieuwd wordt en dat ik én veel van mijn collega’s op oude bureaustoelen zitten, dan klinkt dat wel treffend. Mijn oude bureaustoel beschouw ik als een metafoor voor mijn werkplezier: hij zit me als gegoten en ik ben van plan om er zeker nog een paar jaar op te blijven zitten.