Multiple Sclerose Centrum
Noord Nederland

Terug naar overzicht

Promotie Chris W.J. (Kars) van der Weijden

Woensdag 11 januari promoveert Kars van der Weijden.
Kars vertelt aan de hand van 5 vragen meer over zijn interessante onderzoek.

Wat is de titel van je proefschrift?
Myelin imaging. Past, present, and beyond.

Kun je in ongeveer 100 simpele woorden vertellen waar je onderzoek over gaat?
Mijn onderzoek gaat hoofdzakelijk over de beeldvorming van myeline, de beschermlaag om zenuwen. We hebben dit gedaan aan de hand van een PET scan, met een stofje (zogenaamde tracer) waarmee specifiek myeline zichtbaar gemaakt kan worden. Daarnaast komen ook andere myeline beeldvormende technieken aan bod en ook verscheidene methodes om de zenuwbanen beter in kaart te brengen. Verder worden er methodes behandeld om meer informatie te halen uit diagnostische MRI scans voor zowel een beter begrip van de pathologie, en mogelijkheden omtrent de juiste bepaling van het type multiple sclerose (MS).

Wat is het belang van je onderzoek voor de mensen met MS?
Momenteel zijn er verschillende myeline herstel medicaties in ontwikkeling, maar deze stranden in de klinische trials. Hoogstwaarschijnlijk komt dit doordat voor het vaststellen van de effectiviteit van myeline herstel therapieën gebruik wordt gemaakt van klinische testen. Echter, veranderingen van myeline herstel zal progressie van de ziekte remmen of geheel stoppen, wat slecht te meten is met klinische testen. Door myeline imaging kan de effectiviteit van myeline herstel therapieën nauwkeuriger bepaald worden. Dit zorgt voor een geheel nieuwe methode van behandeling voor mensen met MS, wat een significante impact kan hebben op de ziekteverloop.

Waar ben je vooral trots op?
Ik ben trots op het feit dat het ons gelukt is om als eerste in de wereld [11C]MeDAS als tracer te gebruiken in een PET scan bij mensen. De veelbelovende aspecten van [11C]MeDAS hadden we al gezien in eerder onderzoek in experimentele modellen, maar het is heel mooi om te ontdekken dat het bij mensen vergelijkbare resultaten laat zien.
[11C]MeDAS bindt aan myeline, waardoor we dus met een [11C]MeDAS-PET scan de hoeveelheid myeline kunnen meten. Aangezien er geen gouden standaard is voor myeline beeldvorming, moesten we voor het bevestigen van onze bevindingen gebruik maken van de bestaande kennis aangaande myeline-verdeling. In de hersenen zit bijvoorbeeld veel myeline in de witte stof en weinig myeline in de grijze stof. In het ruggenmerg is er veel myeline in bovenste gedeelte en het neemt geleidelijk af naar het onderste gedeelte. Deze aspecten in de hersenen en ruggenmerg zagen we ook terug met [11C]MeDAS PET. Daarnaast was het met onze [11C]MeDAS PET ook mogelijk om de al bestaande classificatie voor MS laesies, gebaseerd op myeline dichtheid, te reproduceren:  geen myeline (gedemyeliniseerde laesies), weinig myeline (gedeeltelijk gemyeliniseerde laesies), en veel myeline (geremyeliniseerde laesies). Verder zagen we ook een afname van myeline dichtheid over tijd, wat overeenkomt met de afbraak van myeline bij  MS. Al deze eigenschappen zijn tot op heden nog niet met een ander beeldvormende technieken gedetecteerd, en dat maakt juist onze bevindingen zo uniek.

 Wat is je volgende carrière stap?
Als PostDoctoraal onderzoeker verder werken in het UMCG op de afdelingen Radiologie en Nucleaire Geneeskunde. Hier zal ik bezig blijven met de ontwikkeling van nieuwe technieken voor hersenbeeldvorming voor het weergeven van andere biologische processen, met als doel om de huidige zorg te verbeteren. Daarnaast zijn we druk bezig met het verder ontwikkelen van myeline beeldvorming, met als doel dat dit ook daadwerkelijk opgepakt wordt door de farmaceutische industrie en dus leidt tot een betere behandeling van MS.